In Vlaanderen zijn er diverse steunmaatregelen van kracht voor landbouwers die investeren in groene energie door het plaatsen van een PV-installatie.
Steunmaatregelen voor netgekoppelde systemen:
1. Groenestroomcertificaten
– Als producent van groene stroom heeft u recht op groenestroomcertificaten. Voor nieuwe installaties vanaf 1 januari 2006 bedraagt de prijs 450 euro per certificaat van 1000 kWh, of 45 cent per kWh, zonder beperking van vermogen.Deze prijs is gegarandeerd over een periode van 20 jaar vanaf de opstart van het PV-systeem en wordt toegekend voor de totale zonnestroomproductie, dus ook voor de stroom die in het plaatselijke elektriciteitsnet direct wordt verbruikt.
– Om deze groenestroomcertificaten te krijgen zal Porticer Solar na de opstart van uw installatie een aanvraag indienen bij de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG).
– De lokale distributienetbeheerder is verplicht de aangeboden groenestroomcertificaten voor PV aan te kopen aan de vastgelegde minimumprijs van 450 euro per 1000 kWh.
– De aankoop van deze certificaten zal vastgelegd worden door Porticer Solar in een bilateraal contract tussen uw bedrijf en de netbeheerder.
2. Terugdraaiende kilowattuurmeter: 17 cent/kWh (tot 10 kW)
– Voor vermogens tot en met 10 kW (wisselstroomzijde van de omvormer) bepaalt het Technisch Reglement Distributie van de VREG dat de kilowattuurmeter moet kunnen terugdraaien.
Op die manier krijgt u een financiële compensatie voor de volledige PV-productie, door de vermindering van het verbruik via de terugdraaiende meter en de teruglevering aan het net via diezelfde meter.
De nodige aanpassing daarvoor gebeurt op kosten van de distributienetbeheerder.
– Op die manier wordt PV-stroom aan het geldende dagtarief vergoed. Deze terugleververgoeding hangt voor landbouwbedrijven in praktijk dus af van het contract met de leverancier. Wel is de terugleververgoeding beperkt tot het volledige eigen jaarlijkse verbruik, m.a.w. netto teruggeleverde energie “onder 0” op jaarbasis wordt niet vergoed.
3. Grote PV-systemen: ogenblikkelijke compensatie en verkoop
– Voor een opgesteld vermogen van de omvormer groter of gelijk aan 10 kW gelden de algemene regels van het nieuwe Technisch Reglement Distributie Elektriciteit (versie april 2007) in het Vlaams Gewest, opgesteld door de VREG.
– Aparte aansluitingspunten: er zijn twee aparte aansluitingspunten (EAN-codes) en twee aparte meters voor verbruik en PV-productie verplicht. Compensatie is alleen ogenblikkelijk mogelijk, op het moment van verbruik. Voor de netkoppeling is ook een technische studie door de netbeheerder verplicht. Voor de verkoop van de PV-productie via de aparte productiemeter (met eigen EAN-code) moet dan een afzonderlijke afnemer gezocht worden op de vrije markt. Over de aankoopprijs moet onderhandeld worden.
– Dubbele meting en ogenblikkelijke compensatie: afname van en injectie in het distributienet worden apart gemeten met een tweerichtingsteller. De telling in één richting meet de netto afgenomen elektriciteit: het ogenblikkelijk netto verbruik groter dan wat de PV-installatie op dat moment produceert. De telling in de andere richting meet de netto geïnjecteerde elektriciteit: de zonnestroom die het PV-systeem op een bepaald ogenblik méér produceert dan het verbruik, en die dus wordt geïnjecteerd in het distributienet. Dat betekent dat de PV-productie het verbruik alleen ogenblikkelijk kan compenseren.
– Meting van groenestroomcertificaten: de distributienetbeheerder plaatst een meter voor het meten van de totale productie aan groene stroom die recht geeft op certificaten. De netbeheerder leest daarmee maandelijks de PV-productie uit en rapporteert aan de VREG. De eigenaar van het PV-systeem hoeft dan zelf geen meterstanden meer door te geven aan de VREG. Deze meter wordt door netbeheerders “groenmeter” genoemd, en staat los van de stroommeting hierboven.
4. Investeringssteun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF)
Land- en tuinbouwbedrijven die investeren in PV hebben sinds april 2006 recht op een aantrekkelijke investeringssubsidie van de Vlaams overheid, uitgekeerd door het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds. Voor PV bedraagt de subsidie 30% van de totale investeringskost (alle kosten voor installatie van een netgekoppeld PV- systeem, inclusief PV-panelen, draagstructuur, bekabeling, omvormer, installatie).
Meer informatie hierover is beschikbaar op de website van het VLIF.
5. Verhoogde investeringsaftrek
Voor energiebesparende investeringen hebben bedrijven recht op een verhoogde belastingaftrek, meer bepaald een aftrek van de belastbare winst. Artikel 69 van het Wetboek der Inkomstenbelasting (W.I.B.) biedt bedrijven de mogelijkheid hun belastbare winst te verminderen met een verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen. De aftrek wordt verricht op de winst van het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk de vaste activa zijn verkregen of tot stand zijn gebracht. Voor de energiebesparende investeringen, gedaan tijdens het belastbaar tijdperk dat aan aanslagjaar 2009 (inkomsten 2008) verbonden is, is er een verhoogde aftrek van 13,5%. Voor inkomstenjaar 2009 (aanslagjaar 2010) bedraagt de verhoogde aftrek 15,5%. Deze steun is cumuleerbaar met de ecologiepremie. Rekening houdend met de vennootschapsbelasting komt dit neer op een reële subsidie van ongeveer 5% via de belasting op de winst.
6. Fiscale aspecten
– Groenestroomcertificaten zijn vrijgesteld van BTW.
– Groenestroomcertificaten zijn wel belastbaar als inkomsten in de boekhouding.
– Bedrijven kunnen daarnaast ook de BTW op de factuur voor het PV-systeem recupereren, op voorwaarden dat ze niet voor de bijzondere landbouwregeling (de forfaitaire regeling)gekozen hebben. Landbouwers die de BTW van de PV-investering willen recupereren kunnen dit dus alleen als ze gekozen hebben voor de gewone regeling en de verplichtingen die hieraan verbonden zijn (facturatie, BTW-administratie, trimestriële aangiftes enz.). Dit is dan geen VLIF-regelgeving maar BTW-regelgeving.